Delen met kommagetallen

delen met kommagetallen | kommagetallen delen | staartdeling | oefenen

kommagetallen delen

rekenen met getallen
kommagetallen
oefening 4

Videotekst

delen met kommagetallen, eerste voorbeeld | 23,7 : 2

Ik laat zien hoe je dit met een staartdeling doet, omdat je met een staartdeling elke deelsom kunt oplossen.
Je schrijft de staartdeling eerst gewoon op zoals je dat ook bij natuurlijke getallen doet.
23,7 en twee schuine strepen en voor deze streep een 2.
2 : 2 = 1, 2 – 2 = 0, 3 aanhalen, 3 : 2 = 1, 1 x 2 = 2, 3 – 2 = 1
Nu ben je bij de komma. Die zet je daarom nu in het antwoord.
Daarna haal je de 7 aan.
17 : 2 = 8, 8 x 2 = 16, 17 – 16 = 1
Nu haal je een nul aan want achter 23,7 kun je altijd nullen toevoegen.
10 : 2 = 5, 5 x 2 = 10, 10 – 10 = 0
Het antwoord is dus 11,85

delen metkommagetallen: antwoord controleren met vermenigvuldiging

Nu vertrouw ik het antwoord niet helemaal, dus ga ik het controleren.
11,85 x 2
2 x 5 = 10, 0 opschrijven en 1 onthouden, 2 x 8 = 16, 16 + 1 = 17, 7 opschrijven en 1 onthouden, 2 x 1 = 2, 2 + 1 = 3, 2 x 1 = 2
Er staat nu 2370
De komma moet twee plaatsen naar links, dus je krijgt 23,7 en dat klopt!
We hebben de som dus goed gemaakt.

Ten eerste: bij een deelsom mag je altijd beide getallen met hetzelfde getal vermenigvuldigen

Een deelsom kun je namelijk ook altijd schrijven als breuk.
Je weet dat je de teller én de noemer van een breuk mag vermenigvuldigen met hetzelfde getal.
Hierdoor kan een deelsom vaak veel eenvoudiger worden!

Ten tweede: bij delen door een kommagetal, moét je eerst beide getallen vermenigvuldigen met 10, 100 of …

.
Bijvoorbeeld:
3456 : 0,23 = 345600 : 23
Je weet nu immers dat dit altijd mag omdat je altijd de teller én de noemer van een breuk mag vermenigvuldigen met hetzelfde getal, en je weet dat een breukstreep een deelteken is.

Ten derde: kijk altijd eerst of je een som niet uit het hoofd kunt uitrekenen, dus zonder staartdeling

Want als je een som uit het hoofd kan uitrekenen, moet je dit natuurlijk altijd doen.
Ter illustratie een paar voorbeelden:
0,25 : 0,05 = 25 : 5 = 5
18 : 0,06 = 1800 : 6 = 300

Ten slotte: een deelsom met kommagetallen kun je altijd oplossen met een staartdeling

Bij het “aanhalen” van een cijfer stuit je natuurlijk altijd één keer op de komma.
Zodra je die komma tegenkomt, zet je hem meteen in het antwoord.
Daarna ga je gewoon door met het aanhalen van het eerste cijfer achter die komma.