Van breuk naar kommagetal

breuk naar kommagetal | kommagetal naar breuk

breuk naar kommagetal oefenen

rekenen met getallen
kommagetallen
oefening 6, 7 en 8

Videotekst

Breuk naar kommagetal: 1/5 = 0,2

Van breuk naar kommagetal: je wilt 1/5 schrijven als kommagetal.
Dit kun je op verschillende manieren doen, maar we gaan het hier voordoen met behulp van een staartdeling.
1 : 5 schrijf je als staartdeling.
Je kijkt naar de 1 en de 5.
De 5 past nul keer in de 1. We schrijven daarom een 0 op.
Nu zouden we een getal willen aanhalen maar er is geen getal meer.
Daarom schrijven we in plaats van 1 gewoon 1,0 want dat is hetzelfde.
Als je nu wilt aanhalen kom je de komma tegen.
De komma moet daarom nu in het antwoord gezet worden.
Daarna haal je de nul aan.
De 5 past twee keer in de 10. We schrijven daarom een 2 op.
2×5 = 10
10-10=0
Het antwoord is dus 0,2

Breuk naar kommagetal: 1/8 = …

Je maakt weer een staartdeling.
Voor 1 schrijf je meteen maar 1,000
Je kijkt naar de 1 en de 8.
De 8 past nul keer in de 1. Er komt dus een nul in het antwoord.
Nu kom je de komma tegen dus deze zet je nu in het antwoord.
Nu haal je een nul aan. Je hebt dan 10.
De 8 past 1 keer in de 10, dus er komt een 1 bij het antwoord.
1 x 8 = 8
10 – 7 = 2
Je haalt weer een nul aan.
De 8 past twee keer in de 20, dus er komt een 2 bij het antwoord.
2 x 8 = 16
20 – 16 = 4
Je haalt weer een nul aan.
De 8 past vijf keer in de 40, dus er komt een 5 bij het antwoord.
5 x 8 = 40
40 – 40 = 0
Het antwoord is dus 0,125

Breuk naar kommagetal: 1/10 = 0,1

Je kunt op dezelfde manier zien dan 1/10 gelijk is aan 0,1 en dat 1/100 gelijk is aan 0,01
Je kunt elke breuk als kommagetal schrijven door een staartdeling te gebruiken voor de berekening.
Een paar breuken moet je uit het hoofd weten:

1/2 = 0,5
1/3 = 0,33333…
1/4 = 0,25
1/5 = 0,2
1/8 = 0,125
1/10 = 0,1
1/100 = 0,01
1/1000 = 0,001

Ten eerste: kijk of je de breuk uit het hoofd kunt omzetten

Ter illustratie:
1 1/8 = 1,125, want je weet uit het hoofd dat 1/8 gelijk is aan 0,125
2 3/8 = 2,375, want je weet uit het hoofd dat 1/8 gelijk is aan 0,125
1/9 = 1/3 : 3 = 0,1111…, want je weet uit het hoofd dat 1/3 gelijk is aan 0,3333…
5/9 = 0,5555…, want je weet uit het hoofd dat 1/83 gelijk is aan 0,333… en dat 1/9 dus gelijk is aan 0,111…
3/100 = 0,03, want je weet uit het hoofd dat 1/100 gelijk is aan 0,01

Ten tweede: maak een staartdeling door achter de teller ,00… te zetten, bijv. 5 = 5,00

Ter illustratie:
5/17 = 5,00 : 17, want 5 = 5,0000… enz.
Daarna kun je een staartdeling maken zoals je geleerd hebt bij het delen met kommagetallen

Ten slotte: leer dat rode rijtje!

Als je dat rijtje uit het hoofd kent, scheelt dat je namelijk heel veel werk.
Bovendien vergroot het je inzicht omdat je met die kennis snel verbanden kunt leggen.
Denk daarbij ook het inzicht in procenten en grafieken.
Datzelfde rijtje heb je namelijk ook nodig bij het rekenen met procenten.
De getallen uit dat rijtje komen immers heel vaak voor, zowel in berekeningen als in grafieken.
Kortom, leer dat rijtje!!