meetkunde 2 | geodriehoek, hoeken, graden

geodriehoek – tekenen en meten van een hoek – scherpe hoek – stompe hoek – rechte hoek – gestrekte hoek

leerwerkboek geodriehoek

meetkunde
meetkunde 1
oefening 3 t/m 11

Videotekst

geodriehoek

Je ziet hier een geodriehoek voor het tekenen en voor het meten van hoeken.
Hier zie je een soort gewone lineaal met centimeters, hier de nul en hier gaat hij die kant ook nog op.
Maar die nul, dat is het midden.
En je ziet een soort cirkel met als middelpunt die nul.
En op die cirkel staan ook weer getalletjes, of die kun je beter hier aflezen: 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 110, enz. t/m 180.

een hoek van 30 graden tekenen

Ik wil nu een hoek van 30 graden gaan tekenen.
En daarvoor heb ik hier een lijn gemaakt en dan wil ik hier ook een lijn zodat deze hoek daar tussen 30 graden wordt.
Ik begin met het verschuiven van die geodriehoek en ik zorg dat die nul van de geodriehoek op dat puntje staat.
Dus dit puntje zit bij de nul en deze lijn ligt precies onder de lijn van de geodriehoek.
Nu wil ik een hoek van 30 graden tekenen.
Ik zie hier 10, 20, 30 en bij die 30 zit zo’n lijntje en nu ga ik een puntje tekenen precies hier aan de rand van die 30.
Dus ik maak hier een puntje.
En nu ga ik de geodriehoek draaien, zo, en je ziet nu dat die twee puntjes precies langs deze lijn liggen en die lijn kan ik nu gaan trekken.
Nu kan ik die geodriehoek weghalen, en ik heb hier nu een hoek van 30 graden getekend.

een hoek van 90 graden tekenen, ofwel een rechte hoek

Een hoek van 90 graden heet ook wel een rechte hoek en hij ziet er ongeveer zo uit.
Dit is dan recht, daar kan je ook zo’n tekentje inzetten, dat hij recht is.
Maar als je die nu precies wilt tekenen met een geodriehoek, dan zou je dat op dezelfde manier kunnen doen als bij 30 graden.
Dan zou je hier een puntje kunnen zetten. En dan weer deze twee puntjes met elkaar verbinden m.b.v. die geodriehoek of met een gewone liniaal.
Maar meestal tekenen zo’n rechte hoek toch op een andere manier.
Want hier zit een rechte hoek in die geodriehoek en die kun je gebruiken.
We gaan daarom de geodriehoek draaien.
En nu kun je langs die geodriehoek een lijn trekken.
En nu haal ik die driehoek weg en je hebt nu hier een hoek van 90 graden getekend, een rechte hoek.

een gestrekte hoek is 180 graden

Een gestrekte hoek is een hoek van 180 graden, het is een halve cirkel.
En als ik nu deze lijn nog trek, dan zie ik dat hier een hoek van 90 graden zit, en hier zit ook een hoek van 90 graden.
En samen is dat een hoek van 180 graden ofwel een gestrekte hoek.

scherpe hoeken

Een scherpe hoek is een hoek die kleiner is dan 90 graden.
Als ik hier een hoek van 90 graden teken, dan is bijvoorbeeld deze hoek, scherp.
Deze hoek is kleiner dan 90 graden en hij heeft ook een hele scherpe punt.
Een hoek van 20 graden is bijv. een scherpe hoek, of van 31 graden, of van 89,9 graden, want die is nog net kleiner dan 90 graden.

stompe hoeken

Een stompe is groter dan 90 graden maar kleiner dan 180.
Ik teken hier weer een rechte lijn en hier weer een hoek van 90 graden.
En nu geef ik een voorbeeld van een stompe hoek, bijv. deze hoek.
Hij is groter dan 90 en kleiner dan 180, want 180 dat is die halve cirkel.

een hoek meten

Ik wil nu graag meten hoe groot die rode hoek is.
Ik neem een geodriehoek en ik schuif de nul van die geo precies hier op dat puntje, kijk, hier. Die nul zit hier op dat puntje.
En nu kan ik hier gaan aflezen hoe groot die hoek is.
Hier zit 30, hier zit 40, dit is 30.5, 30.6, nog net iets groter, maar ik rond het af op 30,6 graden.
Als die hoek scheef staat, zoals hier, dan moet je natuurlijk zorgen dat die geodriehoek langs deze lijn ligt.