Hoofdrekenen met natuurlijke getallen

hoofdrekenen | uit het hoofd | hele getallen | natuurlijke getallen

hoofdrekenen, uit het hoofd

rekenen met getallen
natuurlijke getallen
oefening 20 t/m 24

Videotekst

hoofdrekenen: vermenigvuldigen met 1000

75 x 1000 = 75 000
Bij vermenigvuldigen met 1000 komen er drie nullen achter.
Je kunt het ook anders zien.
Je doet 75 x 1 = 75 en dan schrijf je die drie nullen er achter

hoofdrekenen: vermenigvuldigen met 100

2750 x 100 =
Bij vermenigvuldigen met 100 komen er twee nullen achter.
Dus 2750 x 100 = 2750 00
Je kunt het ook weer anders bekijken.
Eerst kijk je naar 275 x 1 = 275. Dat schrijf je op. Daar achter zet je dan in totaal drie nullen.
Je krijgt dan: 275 000

hoofdrekenen: delen door 100

75000 : 100
Als je deelt door 100 gaan er twee nullen af.
Dus 75 000 : 100 = 750
Ook hier kun je het weer anders bekijken.
Je doet 75 : 1 = 75 en dan schrijf je er één nul achter want drie nullen min twee nullen is één nul.
Je kunt de nullen als het ware tegen elkaar wegstrepen. Dan houd je er dan één over.

hoofdrekenen: kijk eerst gewoon niet naar al die nullen

300 x 400 =
Nu is het handig als we het doen op de tweede manier.
Je kijkt eerst naar de 3 en de 4.
3 x 4 = 12
Je schrijft 12 op en daar achter zet je nog vier nullen.

15 x 3000

15 x 3 = 45
Nu nog drie nullen er achter.
Het antwoord is dus 45 000

33 000 : 110

33 : 11 = 3
Nu nog twee nullen er achter.
Het antwoord is 300

21 000 : 700

21 : 7 = 3
Drie nullen min twee nullen is één nul.
Het antwoord is dus 30.

Samengevat kijk je bij een vermenigvuldiging of deelsom met heel veel nullen gewoon niet naar die nullen aan het eind van een getal staan.
Je vermenigvuldigt of deelt die getallen (zonder slot-nullen) en daarna kijk je hoeveel nullen er in het antwoord moeten worden toegevoegd.
Ook nu kun je heel eenvoudig het antwoord van een deelsom controleren via een vermenigvuldiging.