min maal min | min maal min is plus | — = +
Videotekst
vier mogelijkheden bij vermenigvuldiging van twee getallen
We gaan nu kijken hoe het vermenigvuldigen gaat met negatieve getallen.
Je ziet hier de vier mogelijkheden van vermenigvuldigen.
Hier staat +8 x +4, +8 x -4, -8 x +4 en -8 x -4
plus maal plus
+8 maal +4, dat is gewoon 8 maal 4 en dat is 32 of +32
plus maal min
+8 maal -4 is 8 maal -4 is 8 maal een schuld van 4
8 keer een schuld van 4 is een schuld van 32
Een schuld is een min, dus ik krijg -32
min maal plus
min 8 maal plus 4, die is wat moeilijker want wat is nou -8 maal iets?
Maar ik weet wel dat ik met vermenigvuldigen altijd mag omdraaien.
3 x 7 = 7 x 3, 5 x 6 = 6 x 5, dus dat mag hier ook.
Dus het wordt +4 x -8 en dat is gelijk aan -32
Want kijk maar, je hebt hier een plus maal iets met een min en dat heb je hier ook, een plus maal iets met een min, en dan is het antwoord min, net als hier.
min maal min
Ja, en dan nu de moeilijkste, -8 maal -4
Als ik het nu eens anders uitspreek.
Ik zeg min (8 maal min 4).
Dat is gelijk aan min -32
En dat is gelijk aan, hier zie je min min, dat is plus 32
samenvattend
Als we nu weer eens naar al onze antwoorden kijken, dan zie je hier:
plus maal plus, dat is plus
plus maal min is min
min maal plus is min
min maal min is plus
3 x -2 x -100 x +2 =
3 x -2 x -100 x +2 =
Deze som ziet er misschien wat ingewikkeld uit, maar we zullen zien dat het heel simpel is.
Hier staat 3 maal -2 maal -100 maal +2
Het antwoord is dan, dan hoef je alleen maar het aantal minnen te tellen, het antwoord heeft een plus want er zijn hier twee minnen en min maal min is plus.
Dus ik schrijf alvast het teken op van het antwoord, dat is plus.
En dan kan ik even die getalletjes overschrijven als ik wil, 3 x 2 x 100 x 2 en dat is gelijk aan +1200
…
Je ziet hier weer allemaal vermenigvuldigingen, maal, maal, maal, maal.
Dan hoef ik alleen maar het aantal minnen te tellen, dat zijn er drie, en dan weet ik al dat het antwoord negatief is.
En nu ga ik vermenigvuldigen, 2 keer 1 is 2, keer 5 is 10, keer 4 is 40, keer 3 is 120.
Dus het antwoord hier is -120.