delen met negatieve getallen | -6:-3 = +2 | min gedeeld door min is plus
Videotekst
-6 : -3
Hier zie je een deelsom, -6 : -3
Als er had gestaan -6 x -3, dan kunnen we eerst het teken bepalen, je ziet een min en een min en dat geeft een plus.
Dus het teken van het antwoord is +.
En dan doen we 6 x 3 = 18
Dus we letten niet meer op de minnen en plussen, 6 x 3 = 18
Zo deden we dat bij vermenigvuldigen.
En nu gaan we weer terug naar de deelsom.
-6 : -3
Je weet dat delen eigenlijk ook een soort vermenigvuldigen is.
Delen is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
En daarom mag je ook nu weer gewoon kijken naar hier die min en die min en dan wordt het antwoord plus.
En nu doen we 6 : 3 en dat is 2.
-3 x -6 : -2
-3 x -6 : -2
Dit ziet er nogal ingewikkeld uit en daarom ga ik voor de duidelijkheid even de getallen omcirkelen.
Ik heb het getal -3 en het getal -6 en het getal -2.
Nu zie ik duidelijk dat ik een maal-teken en een deel-teken heb.
Een opdracht vermenigvuldigen en een opdracht delen.
Daarom kan ik weer eerst het teken van het antwoord bepalen.
Ik zie hier een min, een min en nog een min, drie keer een min.
Dan heeft het antwoord dus ook een min-teken.
Nu hoef ik niet meer te kijken naar de plussen en minnen.
Ik zie hier 3 x 6 is 18, 18 : 2 is 9.
Dus ik schrijf die 9 er achter.
Het antwoord is dus -9.
12/3
Twaalf derde.
Je weet waarschijnlijk dat een breukstreep een deelteken is.
Twaalf derde betekent niet anders dan twaalf gedeeld door drie en dat is vier.
Hier zie je nog een paar breuken of deelsommetjes.
-12/3
Ik kijk weer bij -12 : 3 eerst naar het teken.
Ik zie maar één min staan dus het antwoord heeft een min.
En dan doe ik 12 : 3 en dat is 4
-12/-3
En nu de volgende, min twaalf gedeeld door min 3.
Ik kijk eerst weer naar het teken.
Twee keer een min, hier een min en hier een min, dus het antwoord heeft een plus.
Dus ik schrijf een plus op.
En nu doe ik 12:3, dat is 4.
-1/-2
En de laatste, min 1 gedeeld door min 2.
Ik zie twee minnen staan, dus het is plus 1/2.