Negatieve getallen 6 | de opdracht “plus” laten we weg

plus plus | plus als opdracht “tel op” | ++ = + | twee soorten “plus”

leerwerkboek brugklas

rekenen met getallen
negatieve getallen
oefening 15

Videotekst

we laten de opdracht “tel op” weg

We zien hier weer: +2 + +3 = +5 en -2 + -3 = -5
We hebben gezien dat die rode plus betekent: “tel op”.
Het is een opdracht.
Ook hebben we gezien dat de zwarte plus-tekens en min-tekens bij de getallen horen.
Maar het zijn nu wel erg veel plussen.
We kunnen ook afspreken dat je die rode plus niet meer hoeft te tekenen.
Als je hem niet tekent, dus als er geen opdracht bij staat, dan moet je gewoon altijd optellen.
Ik schuif die rode plussen daarom gewoon weg.
De sommetjes worden nu meteen overzichtelijker.
Je hebt gewoon het getal +2 en het getal +3 en dat is samen +5.
Of je hebt het getal -2 en het getal -3 en dat is samen het getal -5.
Denk zo nodig nog even aan schulden.
Twee kleine schulden geven samen een grotere schuld.

als er geen opdracht is, moet je optellen

We spraken dus af dat je die rode plussen voortaan gewoon moet weglaten.
Als er geen opdracht is, dan moet je optellen.
Als je bijvoorbeeld zou moeten vermenigvuldigen, dan moet er wel een opdracht bij staan.

bij vermenigvuldigen en delen zetten we wel een opdracht

Hier moet je +2 en +3 met elkaar vermenigvuldigen.
En daaronder -2 maal -3
En hier moet je de getallen steeds op elkaar delen.
+2 gedeeld door +3 en -2 gedeeld door -3.
En hier moet je de getallen bij elkaar optellen.
+2 plus +3 en -2 plus -3.

Hier zie je alles nog even op een rijtje.
-2 + -3
En hier staat: -2 x -3
En hier staat: -2 : -3
De antwoorden van de twee laatste sommetjes zijn expres grijs gemaakt omdat dit later pas wordt uitgelegd.

twee kleine schulden geven samen een grotere schuld

Bedenk bij deze sommetjes steeds zelf eerst het antwoord voordat je het hoort.
+5+7 = +12
-5-10 = -15
+8+5 = +13
-112-7 = -119
-5-1 = -6