Negatieve getallen 9 | min min is plus

min min | min min is plus

leerwerkboek brugklas

rekenen met getallen
negatieve getallen
oefening 22

Videotekst

een min voor een getal betekent “spiegel het getal in de nul” op de getallenlijn

Je ziet hier een getallenlijn met daarop getekend het getal 3 of +3 en die plus is even klein en blauw gemaakt omdat je die ook weg mag laten.
Als je nu voor de 3 een min zet, dan krijg je -3.
Die -3 gaan we nu ook even op de getallenlijn er bij tekenen.
Die zit hier, -3, maar eigenlijk dat plusje, dat kan ik er ook weer vóór tekenen, want 3 is hetzelfde als +3.
Ik zie dus nu al dat -+3 gelijk is aan -3 want dat blauwe plusje mag je gewoon weg laten.
Dus -+ is hetzelfde als –
Je kunt dit ook als volgt onthouden, of, het is eigenlijk hetzelfde.
Als je die min nu ziet als “niet” en die plus als “wel”, dan staat er “niet wel”.
Hiet is niet wel waar, dan is het niet waar.
We kijken nu weer even naar de getallenlijn en naar het getal+3 en dan kun je het ook als volgt bekijken.
Als je vóór die +3 een min zet, dan komt hij terecht hier.
Dus wat doe je dan eigenlijk, je spiegelt deze +3 in de nul en dan komt hij hier terecht.
En dat is het effect van een min-teken voor het getal zetten.
En stel je nu voor dat je vóór die -3 weer een min zet.
Dan moet je ook weer spiegelen en dan komt hij terecht bij de +3.
Dat ga ik even opschrijven.
Ik zet dus hier nog een min voor.
–3 en dat moet dus gelijk zijn aan +3
En dat is eigenlijk niet zo gek, want als je het niet niet hebt gedaan, dan heb je het wel gedaan.

– – – 3

Kijk nu eens naar – – – 3
Nou, eigenlijk weten we dit gewoon, want twee minnen is een plus en een plus hoef je niet eens op te schrijven.
Dus wat kunnen we eigenlijk doen, we kunnen die twee minnen gewoon tegen elkaar wegstrepen en wat houd je over, -3
Want niet niet, dat is wel, dus hier staat een plus, niet niet is wel

+ – + – + + 7

Nog weer een heel raar voorbeeld.
Je zult het niet vaak tegen komen, maar je moet het wel weten, stel je voor dat je dit tegenkomt: +-+-++7 =
Dan strepen we die twee minnen tegen elkaar weg en dan hebben we alleen maar plussen, dus het is gewoon +7

rijtje sommetjes om zelf te proberen

Hier zie je een rijtje sommetjes en die moet je maar even zelf op een kladblaadje maken en dus kun je straks naar de antwoorden kijken, dus zet de film daarom nu even op stop.

nog een rijtje sommetjes

We nemen alle sommetjes even door.

–5, die mogen we tegen elkaar wegstrepen, dus er staat gewoon 5+7 en dat is 12

Hier staat -3+2, dat is een min-getal en een plus-getal.
Dan nemen we eerst het verschil tussen 3 en 2 en dat is 1 en 3 is groter dan 2 en voor de 3 staat een min dus voor het antwoord moet ook een min.

De volgende, hier zie je allemaal minnen.
Deze twee strepen we tegen elkaar weg, deze twee, dus wat houd je over, -5, plus min is gewoon min, -5-3=-8.
Twee schulden geeft een grotere schuld.

De volgende, +3-4, een plus-getal en een min-getal, kijk weer eerst naar de 3 en de 4 en daar neem ik het verschil tussen, 1.
De 4 is groter dan de 3 en voor de 4 staat een min, dus in het antwoord komt ook een min.

-5-3, dat is weer -8

De laatste is een beetje vreemd, maar we trekken ons er niets van aan want als je een haakje ziet, dan doe je altijd eerst wat in het haakje zit.
5-8, dat is een plus-getal en een min-getal, dus je kijkt naar het verschil, dat is 3, en je ziet dat voor de 8 een min zit, 8 is groter dan 5, dus hier moet een min staan.
En nu kan ik het haakje gewoon weg laten, er staat –3 en dat is +3