Verhoudingen

verhoudingen | een verhouding mag je opschrijven als een breuk | vereenvoudigen van een verhouding | een verhouding anders opschrijven

Een verhouding mag je zien als een breuk

verhoudingen brugklas

rekenen met getallen
breuken
oefening 11 t/m 24

Videotekst

verhoudingen kun je op vier manieren opschrijven

Je kunt zeggen: 2 van de 3 jongens houden van voetbal
of: 2 op de 3 jongens houden van voetbal
of: 2 : 3 jongens, 2 op de drie, maar nu opgeschreven met een deelteken
en de belangrijkste: 2/3 jongens, maar nu opgeschreven met een breukstreep in plaats van een gewoon deelteken

verhoudingen schrijven als breuken

Als je een verhouding ziet als een breuk, dan kun je er heel eenvoudig mee rekenen.
Iemand zegt bijvoorbeeld dat 30 op de 600 mensen last hebben van hooikoorts. Ik denk niet dat dit waar is hoor, maar het is maar een voorbeeld.
30 op de 600 zegt me niet zo heel veel. Ik kan dit ook vereenvoudigen:
30/600 = 3/60 (teller en noemer door 10 delen) = 1/20 (teller en noemer door 3 delen)
Dus wat er in feite werd gezegd is, dat 1 op de 20 mensen last heeft van hooikoorts.

rekenen met verhoudingen is het eenvoudigst als je een verhouding ziet als een breuk

Met breuken gaat alles haast vanzelf.
Je wilt 3:5 opschrijven als … op de 100
Je schrijft de verhouding als breuk, dan krijg je de vraag: 3/5 = …/100
Je ziet nu dat je de noemer met 20 hebt vermenigvuldigd.
Dan moet je de teller ook met 20 vermenigvuldigen.
De teller wordt dus 60.
3 : 5 is hetzelfde als 60 op de 100

Een verhouding kun je het beste meteen opschrijven als breuk.
In een som staat bijvoorbeeld:
14 op de 50 meisjes houden van voetbal
Je schrijft dan meteen de breuk op:
14/50
Je kunt dan namelijk meteen de breuk vereenvoudigen, of de noemer 100 maken, enz.
Want dat heb je allemaal al bij breuken geleerd.
Zo niet, dan moet je dat gewoon eerste herhalen!
Je slaat dan twee vliegen in één klap: je leert breuken anders opschrijven en je leert verhoudingen anders opschrijven.